Bezinning Man, Vrouw en Ambt
Studie naar bijbeluitleg, achtergronden en gevolgen van de synode-besluiten Meppel 2017 en Goes 2020
home start hier
werkgroepen
bronnen agenda over ons contact
Rufus Pos

Rufus Pos

vrijdag 22 december 2017
Brieven aan mijn Kinderen - Brief Twee

(inleiding)

Lieve kinderen,

Waar ben ik aan begonnen?! Iets op papier zetten over het je al of niet kunnen beroepen op Genesis 1-3 als het gaat om de vraag of bijvoorbeeld jullie vrouwen, mijn lieve schoondochters, ook tot het ambt van ouderling/predikant geroepen mogen worden. Maar goed, ik ga m’n best doen.

Ik heb dezelfde ervaring als jullie dat er iets ‘in de lucht’ lijkt te hangen wat het signaal afgeeft dat een beroep op de ‘scheppingsorde’ uit de tijd is en wetenschappelijk ook niet verantwoord. Mijn eerste gedachte is dan dat voorstanders van de openstelling van alle ambten voor vrouwen dit gewoon beweren omdat ze de gegevens uit het scheppingsverhaal niet kunnen gebruiken. Dat is natuurlijk een slechte gedachte van mij. En ik probeer dus op zoek te gaan naar de echte argumenten die gebruikt worden om Genesis 1-3 buitenspel te zetten (merk je hoe woorden toch een bepaalde ‘kleur’ geven aan wat je zegt?!). Ik kan het niet laten om in dit verband toch ook even te wijzen op hoe de Generale Synode in haar gronden onder het besluit omgaat met bepaalde teksten uit de Bijbel. De teksten uit het NT die bekend zijn als de ‘zwijgteksten’ worden niet (op een nieuwe manier) uitgelegd. Ze worden slechts aangeduid als teksten waarover uitleggers het niet eens zijn en dus tellen ze niet mee. Nu zal daar het laatste woord nog niet over gesproken zijn. Maar je vraagt je wel af of Genesis 1-3 misschien ook van de agenda verdwenen is omdat Paulus juist in deze aan de kant gelegde zwijgteksten naar schepping en zondeval teruggrijpt.


Goed, de vraag is dus waarom we ons volgens sommigen niet meer mogen/kunnen beroepen op de scheppingsorde. Als jullie ergens een argument voor deze stelling tegengekomen zijn, hoor ik het graag. Ik zelf heb in ieder geval één lijn ontdekt die me duidelijk maakt waarom een beroep op de schepping het niet meer ‘doet’. Ik vond die lijn bij professor Ad de Bruijne. Voordat de synode een besluit nam, schreef hij een column in het ND. Daarin schetste hij heel kort een bepaalde gedachtelijn die hij onlangs ook kort aanduidde bij de presentatie van de nieuwe TU publicatie over hermeneutiek. Volgens mij hebben jullie beide stukken en kun je controleren of mijn (vrije) weergave correct is. Het gaat m.i. om een belangrijk punt en ik zou het heel vervelend vinden als ik de professor woorden in de mond leg die niet kloppen.

Voor zover ik het nu zie legt hij (AdB) bij het lezen een bepaalde ‘mal’ over de Bijbel. Dat klinkt negatief, maar zo is het niet bedoeld. De professor doet dat heel bewust, de meeste Bijbellezers doen het ook, maar hebben dat zelf niet in de gaten. Je zou het ook wel een soort leeswijzer kunnen noemen. We zitten hier dus op een bepaalde manier dicht aan tegen de hermeneutiek!


Welke leeswijzer gebruikt professor de Bruijne? Laat ik even iets van hem citeren: “De totaalboodschap van de Bijbel formuleer ik zo: God leidt zijn gevallen schepping in Christus naar de transformatie in zijn Koninkrijk.” Professor de Bruijne leest dus heel sterk vanuit het besef dat we op weg zijn naar de toekomst. God is bezig zijn Koninkrijk te stichten. Dat Koninkrijk komt niet op de jongste dag als een complete verrassing uit de hemel, maar God is ook nu al bezig tekens van dat toekomstige Koninkrijk steeds meer te realiseren in met name de kerk.

Daar zit een heel mooie gedachte in: Christus is bezig zijn bruid (de kerk) klaar te maken zodat Hij haar (zijn bruid) straks zonder vlek of rimpel aan zijn Vader kan voorstellen.

Ik pak het vervolg op het vorige citaat weer op. De Bruijne: “Daarom benader ik man en vrouw en homoseksualiteit niet alleen vanuit de oorspronkelijke scheppingsorde.” Als je zou vragen waarom niet alleen vanuit de oorspronkelijke scheppingsorde, dan antwoordt de Bruijne daarop: “Die oorspronkelijke scheppingsorde kennen we namelijk alleen maar in haar gevallen gedaante.”

Als ik dat goed begrijp, bedoelt hij daarmee: wij kunnen alleen maar als mensen van na de zondeval kijken naar de schepping. Er zit als het ware een vlies voor onze ogen (door de zondeval) die het niet verantwoord maakt om al te grote conclusies te trekken uit het verhaal van de schepping.


Ik denk dat professor de Bruijne hier een nogal beslissende keus maakt. Maar laten we ook eerlijk zijn: deze keus heeft misschien wel een beetje met hermeneutiek te maken, maar volgens mij niet met het al stiekem voorsorteren om groen licht te krijgen voor de vrouw in het ambt. Ik vind het belangrijk dat even zwart op wit neer te zetten. Toch is deze keuze wel van invloed op het begrijpen en uitleggen van nogal wat teksten die te maken zouden kunnen hebben met een Schriftuurlijke positionering van mannen en vrouwen.

Het valt me op dat de Bruijne Gods heen werken naar zijn toekomst omschrijft als ‘transformeren’. God en Christus transformeren de huidige, door de zonde aangevreten schepping, naar een prachtige nieuwe schepping waarin alles wat nu nog onvolmaakt is volkomen vervuld zal zijn van Gods glorie.

Woorden hebben de neiging en ook de bedoeling om richting aan je blik te geven. Het woord ‘transformeren’ trekt je blik naar voren. Je focust je op het resultaat van de transformatie. Daar is niets mis mee. Laat onze toekomst in Christus ons leven van vandaag maar steeds meer richting geven! Het leert je zien wat echte waarde heeft en wat er echt toe doet. Het leert je ook om met Paulus heel veel schijnbaar belangrijke dingen uiteindelijk als ‘vuilnis’ te beschouwen.

Maar nu is er voor dat geweldige proces wat de Bruijne aanduidt als een ‘transformatie’ ook een ander woord. Ik denk aan het woord ‘herschepping’. En ook dit woord ‘doet’ iets met je. Het richt je blik niet alleen op de toekomst, maar veel sterker dan het woord ‘transformatie’ richt het woord ‘herschepping’ je ook op het begin. Nu moeten we ook het woord ‘herschepping’ niet verkeerd begrijpen. Het is niet zo dat God de oorspronkelijk schepping van voor de zondeval gaat herscheppen. Dat zou wel een beetje vreemd zijn, nietwaar? Dat God, terwijl Hij aanvankelijk zo laaiend enthousiast was over zijn oorspronkelijke schepping, bij nader inzien toch besloten heeft de zaak maar te gaan ‘herscheppen’. Nee, ook de ‘herschepping’ heeft natuurlijk, net als de ‘transformatie’, alles te maken met de gevolgen van de zondeval. En toch denk ik dat ik op dit punt een andere leesbril op zet dan professor de Bruine. Als jullie het goedvinden, bewaar ik mijn gedachten hierover voor een volgende brief.

Liefs, Pa
tot volgende week

« Brieven aan mijn Kinderen - Brief Eén - Koppositie? - Brief Zes »

Bronnen

Werkgroepen



Overige Pagina's